de gedichten die ik heb gekozen hebben het thema: Relaties

Deze analyse is van het gedicht: Echte vrienden, het gedicht vind je onder de analyse.

Het onderwerp van het gedicht: Vriendschap

Hoofdgedachte van het gedicht: Echte vrienden zijn er in leuke tijden maar ook in minder leuke tijden en ze helpen je.

Rijm : Er zit rijm in het gedicht.

Rijmschema: Het schema is heel verschillend. Het eerste deel is abab de tweede abac de derde weer abab en de vierde abac.

Het is een gebroken rijm, want het gaat van abac naar abab en weer terug naar abac.

Vorm van het gedicht: het heeft 4 alinea's met 4 regels.

Beeldspraak:     door het vuur- dat ze alles voor je doen.

                               open altijd je deuren- je kan naar ze toe als er wat is.

                               Niet achter je rug om lullen- ze praten niet achter je rug om over jou

Gevoel: Het is een mooi gedicht, wat veel mensen wel aan kan spreken en het heeft een leuk onderwerp.

Spreekt mij wel of niet aan: Een gedicht moet wel goed zijn om mij aan te spreken anders ga ik me wel snel vervelen onder een gedicht maar dit gedicht vind ik wel erg leuk en vertelt ook de dingen hoe ze in het echt zijn.

Echte vrienden

echte vrienden, laten je niet in de steek
echte vrienden, staan voor je klaar
echte vrienden, geven geen preek
echte vrienden, zijn er ook in het openbaar

echte vrienden, laten je niet vallen  
echte vrienden, zijn er om je op te beuren
echte vrienden, die niet achter je rug om lullen.
echte vrienden, open altijd je deuren.

echte vrienden, doen je geen pijn
echte vrienden, gaan voor je door het vuur
echte vrienden, gelukkig dat ze er zijn  
echte vrienden, je kan er terecht, elk uur

echte vrienden, laat je niet gaan
echte vrienden, sommige waren het
echte vrienden, laat je niet in de kou staan  
echte vrienden, gelukkig dat ze bestaan

Dichter: Leonard Nolens

Vader en zoon

Die avond sneeuwde de japanse kers.

We zaten samen op de bank achter het huis.
Ik wist wat komen moest: mijn vader zou
het wonder van de liefde mij verklaren.

 En hij begon: ‘Je bent nu al zo groot, m’n jongen,
bijna een man, geen kind meer dus’. Hij zweeg,
keek naar de vaderhanden in zijn schoot en bloosde.

 Tijdens het sneeuwen der japanse kers,
betastte ik slinks mijn gezwollen geslacht.

dichter:Anton Korteweg

bronvermelding: http://demooistegedichten.wordpress.com/category/anton-korteweg/

Mijn broertje

Ik heb een klein broertje met wit haar
en een grote snottebel,
ik heb een klein broertje van twee jaar,
en ‘t is een leuk ventje, dat wel.

Als ie stout is krijgt-ie weinig straf,
want hij is ook nog zo klein.
Met mij loop dat wel anders af:
ik moet verstandig zijn.

Hij begrijpt er nog zo weinig van
wanneer ik hem vertel,
datie niet met mijn speelgoed spelen kan,
maar ‘t is een leuk ventje, dat wel.

Hij maakt wel ‘es dingen van me stuk,
en dat is niet zo fijn.
Maar het is ook nog zo’n kleine puk,
en ik moet verstandig zijn.

Hij zit aan mijn meccanodoos
en aan mijn voetbalspel,
en soms is het wel erg hopeloos,
maar ‘t is een leuk ventje, dat wel.
Dat wel.

dichter: Willem Wilmink

Bronvermelding:http://demooistegedichten.wordpress.com/category/willem-wilmink/

Vrienden

Zeg, Jeroen, ik heb een meisje!
Wimie kleurde toen hij ‘t zei.
En ik: Heus? Verliefd? Geweldig!
Jezus, was ik maar echt blij.

Ja, we fietsen met z’n tweeën
nog naar school, zoals altijd.
En we blijven ‘goeie vrienden’,
maar ik ben hem nu al kwijt.

Want het wordt nooit meer als vroeger,
Wimie gaat nu met die griet.
Hij fietst voor me uit, mijn tranen
ziet hij dus gelukkig niet.

dichter:Andre Sollie

Bronvermelding: http://demooistegedichten.wordpress.com/category/andre-sollie/